Obteve 93 resultados para o termo de pesquisa verminderen
NL Holandês PT Português
verminderen (v) [afnemen] enfraquecer (v) [afnemen]
verminderen (v) [interesseren] encolher (v) [interesseren]
verminderen (v) [hoeveelheid] encolher (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [geluid] encolher (v) [geluid]
verminderen (v) [afnemen] encolher (v) [afnemen]
NL Holandês PT Português
verminderen (v) [personeelsbestand] enfraquecer (v) [personeelsbestand]
verminderen (v) [interesseren] enfraquecer (v) [interesseren]
verminderen (v) [inkorten] enfraquecer (v) [inkorten]
verminderen (v) [hoeveelheid] enfraquecer (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [grootte] enfraquecer (v) [grootte]
verminderen (v) [geluid] enfraquecer (v) [geluid]
verminderen (v) [besnoeien] enfraquecer (v) [besnoeien]
verminderen (v) [afnemen] enxugar (v) [afnemen]
verminderen (v) [interesseren] cair no esquecimento (v) [interesseren]
verminderen (v) [hoeveelheid] cair no esquecimento (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [geluid] cair no esquecimento (v) [geluid]
verminderen (v) [afnemen] cair no esquecimento (v) [afnemen]
verminderen (v) [waarde] tirar (v) [waarde]
verminderen (v) [verlagen] abreviar (v) [verlagen]
verminderen (v) [inkorten] abreviar (v) [inkorten]
verminderen (v) [grootte] abreviar (v) [grootte]
verminderen (v) [besnoeien] abreviar (v) [besnoeien]
verminderen (v) [afnemen] abreviar (v) [afnemen]
verminderen (v) [verlagen] encurtar (v) [verlagen]
verminderen (v) [matigen] aliviar (v) [matigen]
verminderen (v n) [to bring down or reduce to a lower state] suprimir (v n) [to bring down or reduce to a lower state]
verminderen (v) [waarde] tirar o mérito (v) [waarde]
verminderen (v) [pijn] sossegar (v) [pijn]
verminderen (v) [matigen] sossegar (v) [matigen]
verminderen (v) [pijn] mitigar (v) [pijn]
verminderen (v) [matigen] mitigar (v) [matigen]
verminderen (v) [pijn] acalmar (v) [pijn]
verminderen (v) [matigen] acalmar (v) [matigen]
verminderen (v) [pijn] aplacar (v) [pijn]
verminderen (v) [matigen] aplacar (v) [matigen]
verminderen (v) [pijn] aliviar (v) [pijn]
verminderen (v) [inkorten] encurtar (v) [inkorten]
verminderen (v) [pijn] atenuar (v) [pijn]
verminderen (v) [matigen] atenuar (v) [matigen]
verminderen (v) [pijn] abrandar (v) [pijn]
verminderen (v) [matigen] abrandar (v) [matigen]
verminderen (v n) [to empty by drawing or letting out the contents] exaurir (v n) [to empty by drawing or letting out the contents]
verminderen (v n) [to empty by drawing or letting out the contents] esgotar (v n) [to empty by drawing or letting out the contents]
verminderen (v) [personeelsbestand] enxugar (v) [personeelsbestand]
verminderen (v) [inkorten] enxugar (v) [inkorten]
verminderen (v) [grootte] enxugar (v) [grootte]
verminderen (v) [besnoeien] enxugar (v) [besnoeien]
verminderen (v) [verlagen] reduzir (v) [verlagen]
verminderen (v n) [to decrease or make less in strength] diminuir (v n) [to decrease or make less in strength]
verminderen (v) [personeelsbestand] diminuir (v) [personeelsbestand]
verminderen (v n) [make smaller] diminuir (v n) [make smaller]
verminderen (v) [interesseren] diminuir (v) [interesseren]
verminderen (v) [inkorten] diminuir (v) [inkorten]
verminderen (v) [hoeveelheid] diminuir (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [grootte] diminuir (v) [grootte]
verminderen (v) [geluid] diminuir (v) [geluid]
verminderen (v) [besnoeien] diminuir (v) [besnoeien]
verminderen (v) [afnemen] diminuir (v) [afnemen]
verminderen (v) [To make smaller] diminuir (v) [To make smaller]
verminderen (v) [verlagen] diminuir (v) [verlagen]
verminderen (v n) [to bring down or reduce to a lower state] reduzir (v n) [to bring down or reduce to a lower state]
verminderen (v) [prijs] reduzir (v) [prijs]
verminderen (v) [personeelsbestand] reduzir (v) [personeelsbestand]
verminderen (v n) [make smaller] reduzir (v n) [make smaller]
verminderen (v) [interesseren] reduzir (v) [interesseren]
verminderen (v) [inkorten] reduzir (v) [inkorten]
verminderen (v) [hoeveelheid] reduzir (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [grootte] reduzir (v) [grootte]
verminderen (v) [geluid] reduzir (v) [geluid]
verminderen (v) [besnoeien] reduzir (v) [besnoeien]
verminderen (v n) [to decrease or make less in strength] descer (v n) [to decrease or make less in strength]
verminderen (v) [grootte] encurtar (v) [grootte]
verminderen (v) [besnoeien] encurtar (v) [besnoeien]
verminderen (v) [afnemen] encurtar (v) [afnemen]
verminderen (v) [interesseren] decrescer (v) [interesseren]
verminderen (v) [hoeveelheid] decrescer (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [geluid] decrescer (v) [geluid]
verminderen (v) [afnemen] decrescer (v) [afnemen]
verminderen (v n) [to decrease or make less in strength] declinar (v n) [to decrease or make less in strength]
verminderen (v) [hoeveelheid] cair (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [grootte] cair (v) [grootte]
verminderen (v) [afnemen] cair (v) [afnemen]
verminderen (v) [afnemen] reduzir (v) [afnemen]
verminderen (v) [decrease] descer (v) [decrease]
verminderen (v n) [to deduct, to omit] deduzir (v n) [to deduct, to omit]
verminderen (v) [verlagen] cortar (v) [verlagen]
verminderen (v) [inkorten] cortar (v) [inkorten]
verminderen (v) [prijs] baixar (v) [prijs]
verminderen (v) [interesseren] baixar (v) [interesseren]
verminderen (v) [hoeveelheid] baixar (v) [hoeveelheid]
verminderen (v) [geluid] baixar (v) [geluid]
verminderen (v) [afnemen] baixar (v) [afnemen]
verminderen (v) [waarde] diminuir (v) [waarde]

Traduções de Holandês Português