Obteve 23 resultados para o termo de pesquisa afkeer
NL Holandês PT Português
afkeer (n) [gevoelens] {m} aversão (n) {f} [gevoelens]
afkeer (n) [gevoelens] {m} náusea (n) {f} [gevoelens]
afkeer (n) [gevoelens] {m} horror (n) {m} [gevoelens]
afkeer (n) [extreme aversion] {m} horror (n) {m} [extreme aversion]
afkeer (n) [gevoelens] {m} abominação (n) {f} [gevoelens]
NL Holandês PT Português
afkeer (n) [tegenzin] {m} desgosto (n) {m} [tegenzin]
afkeer (n) [gevoelens] {m} desgosto (n) {m} [gevoelens]
afkeer (n) [tegenzin] {m} antipatia (n) {f} [tegenzin]
afkeer (n) [gevoelens] {m} antipatia (n) {f} [gevoelens]
afkeer (n) [tegenzin] {m} nojo (n) {m} [tegenzin]
afkeer (n) [gevoelens] {m} nojo (n) {m} [gevoelens]
afkeer (n) [tegenzin] {m} aversão (n) {f} [tegenzin]
afkeer (n) [extreme aversion] {m} repugnância (n) {f} [extreme aversion]
afkeer (n) [extreme aversion] {m} aversão (n) {f} [extreme aversion]
afkeer (n) [tegenzin] {m} resistência (n) {f} [tegenzin]
afkeer (n) [gevoelens] {m} resistência (n) {f} [gevoelens]
afkeer (n) [tegenzin] {m} relutância (n) {f} [tegenzin]
afkeer (n) [gevoelens] {m} relutância (n) {f} [gevoelens]
afkeer (n) [tegenzin] {m} repulsa (n) {f} [tegenzin]
afkeer (n) [gevoelens] {m} repulsa (n) {f} [gevoelens]
afkeer (n) [gevoelens] {m} asco (n) {m} [gevoelens]
afkeer (n) [tegenzin] {m} repugnância (n) {f} [tegenzin]
afkeer (n) [gevoelens] {m} repugnância (n) {f} [gevoelens]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de afkeer PT Traduções
afgrijzen [afschuw] n repugnância {f}
antipathie [afschuw] f horror {m}
aversie [afschuw] f revulsão (n)
tegenzin [afschuw] m hesitação {f}
walging [afschuw] f repugnância {f}
weerzin [afschuw] m náusea {f}
woede [afschuw] m ira {f}
onbehagen [afschuw] n vergonha {f}
afgunst [haat] f ciumes (n)
rancune [haat] m rancor {m}
vete [haat] m rixa {f}
wrok [haat] m rancor {m}
nijd [haat] m cobiça {f}
haat [afgunst] m ódio {m}
hekel [antipathie] m náusea {f}
afschuw [aversie] m nojo {m}