Obteve 6 resultados para o termo de pesquisa bandeloos
NL Holandês PT Português
bandeloos (a) [gedrag] desenfreado (a) [gedrag]
bandeloos (a) [geweld] desenfreado (a) [geweld]
bandeloos (a) [gedrag] incontido (a) [gedrag]
bandeloos (a) [geweld] incontido (a) [geweld]
bandeloos (a) [gedrag] incontrolável (a) [gedrag]
NL Holandês PT Português
bandeloos (a) [geweld] incontrolável (a) [geweld]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de bandeloos PT Traduções
slordig [onordelijk] négligé {m}
wanordelijk [onordelijk] désordonné {m}
rommelig [onordelijk] bordélique
immoreel [tuchteloos] immoral
verdorven [tuchteloos] dévoyé {m}
geëmancipeerd [vrijgevochten] émancipé
zelfstandig [vrijgevochten] indépendant
ontembaar [ongetemd] indomptable
wild [ongetemd] n gibier {m}
ongebreideld [onbeteugeld] orgiaque
onordelijk [onbeteugeld] chaotique
tomeloos [onbeteugeld] sans contrôle
onbesuisd [onbeschaamd] écervelé {m}
ongegeneerd [onbeschaamd] aucunement embarrassé