Obteve 33 resultados para o termo de pesquisa belasteren
NL Holandês PT Português
belasteren (v) [algemeen] blasfemar (v) [algemeen]
belasteren (v) [persoon] jogar na lama (v) [persoon]
belasteren (v) [algemeen] desacreditar (v) [algemeen]
belasteren (v) [blasfemeren] desacreditar (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [persoon] desacreditar (v) [persoon]
NL Holandês PT Português
belasteren (v) [persoon] manchar (v) [persoon]
belasteren (v) [reputatie] manchar (v) [reputatie]
belasteren (v) [persoon] sujar (v) [persoon]
belasteren (v) [reputatie] sujar (v) [reputatie]
belasteren (v) [blasfemeren] jogar na lama (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [blasfemeren] blasfemar (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [persoon] blasfemar (v) [persoon]
belasteren (v) [persoon] macular (v) [persoon]
belasteren (v) [reputatie] macular (v) [reputatie]
belasteren (v) [algemeen] vilificar (v) [algemeen]
belasteren (v) [blasfemeren] vilificar (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [persoon] vilificar (v) [persoon]
belasteren (v) [algemeen] denegrir (v) [algemeen]
belasteren (v) [algemeen] jogar na lama (v) [algemeen]
belasteren (v) [persoon] falar mal de (v) [persoon]
belasteren (v) [blasfemeren] falar mal de (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [algemeen] falar mal de (v) [algemeen]
belasteren (v) [persoon] caluniar (v) [persoon]
belasteren (v) [blasfemeren] caluniar (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [algemeen] caluniar (v) [algemeen]
belasteren (v) [persoon] sujar a imagem de (v) [persoon]
belasteren (v) [blasfemeren] sujar a imagem de (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [algemeen] sujar a imagem de (v) [algemeen]
belasteren (v) [persoon] difamar (v) [persoon]
belasteren (v) [blasfemeren] difamar (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [algemeen] difamar (v) [algemeen]
belasteren (v) [persoon] denegrir (v) [persoon]
belasteren (v) [blasfemeren] denegrir (v) [blasfemeren]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de belasteren PT Traduções
besmeren [aantasten] bre
besmeuren [aantasten] n befläcka
bevlekken [aantasten] n fläcka ner
bevuilen [aantasten] skita ner {ugs.}
bekladden [aantasten] n smutsa
aantasten [bekladden] drabba