Obteve 18 resultados para o termo de pesquisa cuidar
PT Português NL Holandês
cuidar (v) [casa] toezien op (v) [casa]
cuidar (v) [atenção] omkijken naar (v) [atenção]
cuidar (v) [paciente] verplegen (v) [paciente]
cuidar (v) [casa] verplegen (v) [casa]
cuidar (v) [animais] hoeden (v) [animais]
PT Português NL Holandês
cuidar (v) [animais] bewaken (v) [animais]
cuidar (v) [atenção] zich bekommeren om (v) [atenção]
cuidar (v) [atenção] omzien naar (v) [atenção]
cuidar (v) [paciente] toezien op (v) [paciente]
cuidar (v) [casa] letten op (v) [casa]
cuidar (v) [paciente] zorgen voor (v) [paciente]
cuidar (v) [look after] zorgen voor (v) [look after]
cuidar (v) [casa] zorgen voor (v) [casa]
cuidar (v) [paciente] verzorgen (v) [paciente]
cuidar (v) [cuidado de criança] verzorgen (v) [cuidado de criança]
cuidar (v) [casa] verzorgen (v) [casa]
cuidar (v) [paciente] letten op (v) [paciente]
cuidar (v) [cuidado de criança] letten op (v) [cuidado de criança]