Obteve 18 resultados para o termo de pesquisa inbreuk maken op
NL Holandês PT Português
inbreuk maken op (v) [rechten] intrometer-se em (v) [rechten]
inbreuk maken op (v) [regel] infringir (v) [regel]
inbreuk maken op (v) [privacy] infringir (v) [privacy]
inbreuk maken op (v) [regel] transgredir (v) [regel]
inbreuk maken op (v) [privacy] transgredir (v) [privacy]
NL Holandês PT Português
inbreuk maken op (v) [regel] violar (v) [regel]
inbreuk maken op (v) [rechten] violar (v) [rechten]
inbreuk maken op (v) [privacy] violar (v) [privacy]
inbreuk maken op (v) [regel] intrometer-se em (v) [regel]
inbreuk maken op (v) [reputatie] denegrir (v) [reputatie]
inbreuk maken op (v) [privacy] intrometer-se em (v) [privacy]
inbreuk maken op (v) [regel] invadir (v) [regel]
inbreuk maken op (v) [rechten] invadir (v) [rechten]
inbreuk maken op (v) [privacy] invadir (v) [privacy]
inbreuk maken op (v) [reputatie] degenerar (v) [reputatie]
inbreuk maken op (v) [rechten] intrometer-se (v) [rechten]
inbreuk maken op (v) [privacy] intrometer-se (v) [privacy]
inbreuk maken op (v) [reputatie] manchar (v) [reputatie]

NL PT Traduções para inbreuk

inbreuk (n) [rechten] {m} ofensa (n) {f} [rechten]
inbreuk (n) [rechten] {m} infração (n) {f} [rechten]
inbreuk (n) [rechten] {m} delinqüência (n) {f} [rechten]
inbreuk (n) [rechten] {m} delito (n) {m} [rechten]
inbreuk (n) [rechten] {m} crime (n) {m} [rechten]
inbreuk (n) [algemeen] {m} invasão (n) {f} [algemeen]
inbreuk (n) [privacy] {m} invasão (n) {f} [privacy]
inbreuk (n) [algemeen] {m} intromissão (n) {f} [algemeen]
inbreuk (n) [rechten] {m} transgressão (n) {f} [rechten]

NL PT Traduções para maken

maken (v n) [cause to become] deixar (v n) [cause to become]
maken (v) [aktie] tomar (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] tomar (v) [algemeen]
maken (v) [winst] tomar (v) [winst]
maken (v) [aktie] fazer (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] fazer (v) [algemeen]
maken (v) [winst] fazer (v) [winst]
maken (v) [aktie] alcançar (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] alcançar (v) [algemeen]
maken (v) [winst] alcançar (v) [winst]

NL PT Traduções para op

op (adj v) [being exhausted or fully spent] acabado (adj v) [being exhausted or fully spent]
op (adv prep adj n v) [finished] acabado (adv prep adj n v) [finished]
op (adv prep adj n v) [awake] acordado (adv prep adj n v) [awake]
op (adv prep adj n v) [toward the top] para (adv prep adj n v) [toward the top]
op escutar
op (o) [dimensie] de pé (o) [dimensie]
op (adv prep adj n v) [standing] de pé (adv prep adj n v) [standing]
op (o) [ter ere van] de pé (o) [ter ere van]
op (o) [voorzetsel] de pé (o) [voorzetsel]
op (o) [wakker] de pé (o) [wakker]