Obteve 83 resultados para o termo de pesquisa insluiten
NL Holandês PT Português
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} confinar (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [opsluiten] {n} encerrar (v) [opsluiten]
insluiten (v) [omvatten] {n} encerrar (v) [omvatten]
insluiten (v) [omheining] {n} encerrar (v) [omheining]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} encerrar (v) [mogelijkheid]
NL Holandês PT Português
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} encerrar (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [algemeen] {n} encerrar (v) [algemeen]
insluiten (v) [brief] {n} inserir (v) [brief]
insluiten (v) [opsluiten] {n} confinar (v) [opsluiten]
insluiten (v) [omvatten] {n} confinar (v) [omvatten]
insluiten (v) [omheining] {n} confinar (v) [omheining]
insluiten (v) [algemeen] {n} abranger (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} confinar (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [algemeen] {n} confinar (v) [algemeen]
insluiten (v) [opsluiten] {n} significar (v) [opsluiten]
insluiten (v) [omvatten] {n} significar (v) [omvatten]
insluiten (v) [omheining] {n} significar (v) [omheining]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} significar (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} significar (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [algemeen] {n} significar (v) [algemeen]
insluiten (v) [opsluiten] {n} compreender (v) [opsluiten]
insluiten (n) [omringen] {n} encerramento (n) {m} [omringen]
insluiten (v n) [to encircle something or simultaneously extend in all directions] {n} contornar (v n) [to encircle something or simultaneously extend in all directions]
insluiten (n) [algemeen] {n} inclusão (n) {f} [algemeen]
insluiten (v) [opsluiten] {n} murar (v) [opsluiten]
insluiten (v) [omvatten] {n} murar (v) [omvatten]
insluiten (v) [omheining] {n} murar (v) [omheining]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} murar (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} murar (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [algemeen] {n} murar (v) [algemeen]
insluiten (v) [vijand] {n} circundar (v) [vijand]
insluiten (v) [omringen] {n} circundar (v) [omringen]
insluiten (v) [omvatten] {n} compreender (v) [omvatten]
insluiten (n) [omringen] {n} envolvimento (n) {m} [omringen]
insluiten (n) [omringen] {n} circundamento (n) {m} [omringen]
insluiten (v) [vijand] {n} emboscar (v) [vijand]
insluiten (n) [omringen] {n} cerco (n) {m} [omringen]
insluiten (v) [opsluiten] {n} abranger (v) [opsluiten]
insluiten (v) [omvatten] {n} abranger (v) [omvatten]
insluiten (v) [omheining] {n} abranger (v) [omheining]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} abranger (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} abranger (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [omheining] {n} cobrir (v) [omheining]
insluiten (v) [opsluiten] {n} trancar (v) [opsluiten]
insluiten (v) [omvatten] {n} trancar (v) [omvatten]
insluiten (v) [omheining] {n} trancar (v) [omheining]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} trancar (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} trancar (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [algemeen] {n} trancar (v) [algemeen]
insluiten (v) [vijand] {n} rodear (v) [vijand]
insluiten (v) [omringen] {n} rodear (v) [omringen]
insluiten (v) [opsluiten] {n} cobrir (v) [opsluiten]
insluiten (v) [omvatten] {n} cobrir (v) [omvatten]
insluiten (v) [algemeen] {n} cercar (v) [algemeen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} cobrir (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} cobrir (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [algemeen] {n} cobrir (v) [algemeen]
insluiten (v) [opsluiten] {n} incluir (v) [opsluiten]
insluiten (v) [omvatten] {n} incluir (v) [omvatten]
insluiten (v) [omheining] {n} incluir (v) [omheining]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} incluir (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} incluir (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [brief] {n} incluir (v) [brief]
insluiten (v) [algemeen] {n} conter (v) [algemeen]
insluiten (v) [omheining] {n} compreender (v) [omheining]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} compreender (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} compreender (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [algemeen] {n} compreender (v) [algemeen]
insluiten (v) [opsluiten] {n} conter (v) [opsluiten]
insluiten (v) [omvatten] {n} conter (v) [omvatten]
insluiten (v) [omheining] {n} conter (v) [omheining]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} conter (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} conter (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [algemeen] {n} incluir (v) [algemeen]
insluiten (v) [brief] {n} anexar (v) [brief]
insluiten (v) [vijand] {n} cercar (v) [vijand]
insluiten (v n) [to enclose to prevent escape] {n} cercar (v n) [to enclose to prevent escape]
insluiten (v) [opsluiten] {n} cercar (v) [opsluiten]
insluiten (v) [omvatten] {n} cercar (v) [omvatten]
insluiten (v) [omringen] {n} cercar (v) [omringen]
insluiten (v) [omheining] {n} cercar (v) [omheining]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} cercar (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} cercar (v) [met zich meebrengen]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de insluiten PT Traduções
omringen [omsingelen] n cobrir
omsluiten [omsingelen] n cercar
afbakenen [begrenzen] fazer a marcação de limites
afperken [begrenzen] marcar
beperken [begrenzen] confinar
omsingelen [belegeren] cercar
begrenzen [afbakenen] confinar