Obteve 14 resultados para o termo de pesquisa onoplettendheid
NL Holandês PT Português
onoplettendheid (n) [mentaal gedrag] {f} distração (n) {f} [mentaal gedrag]
onoplettendheid (n) [verstrooidheid] {f} distração (n) {f} [verstrooidheid]
onoplettendheid (n) [verstrooidheid] {f} abstração (n) {f} [verstrooidheid]
onoplettendheid (n) [aandacht] {f} descuido (n) {m} [aandacht]
onoplettendheid (n) [algemeen] {f} descuido (n) {m} [algemeen]
NL Holandês PT Português
onoplettendheid (n) [lack of care] {f} descuido (n) {m} [lack of care]
onoplettendheid (n) [aandacht] {f} negligência (n) {f} [aandacht]
onoplettendheid (n) [lack of care] {f} negligência (n) {f} [lack of care]
onoplettendheid (n) [algemeen] {f} lapso (n) {m} [algemeen]
onoplettendheid (n) [verstrooidheid] {f} falta de atenção (n) {f} [verstrooidheid]
onoplettendheid (n) [mentaal gedrag] {f} desatenção (n) {f} [mentaal gedrag]
onoplettendheid (n) [verstrooidheid] {f} desatenção (n) {f} [verstrooidheid]
onoplettendheid (n) [verstrooidheid] {f} alheamento (n) {m} [verstrooidheid]
onoplettendheid (n) [algemeen] {f} inadvertência (n) {f} [algemeen]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de onoplettendheid PT Traduções
nonchalance [achteloosheid] m desmazelo {m}
slordigheid [achteloosheid] f desleixo {m}
onachtzaamheid [achteloosheid] f negligência {f}
achteloosheid [onachtzaamheid] f negligência {f}
zorgeloosheid [nonchalance] f imprevidência {f}