Obteve 31 resultados para o termo de pesquisa opschudding
NL Holandês PT Português
opschudding (n) [algemeen] {f} turbulência (n) {f} [algemeen]
opschudding (n) [algemeen] {f} perplexidade (n) {f} [algemeen]
opschudding (n) [politiek] {f} perturbação (n) {f} [politiek]
opschudding (n) [onrust] {f} perturbação (n) {f} [onrust]
opschudding (n) [algemeen] {f} perturbação (n) {f} [algemeen]
NL Holandês PT Português
opschudding (n) [politiek] {f} distúrbio (n) {m} [politiek]
opschudding (n) [onrust] {f} distúrbio (n) {m} [onrust]
opschudding (n) [algemeen] {f} distúrbio (n) {m} [algemeen]
opschudding (n) [politiek] {f} convulsão (n) {f} [politiek]
opschudding (n) [onrust] {f} convulsão (n) {f} [onrust]
opschudding (n) [algemeen] {f} convulsão (n) {f} [algemeen]
opschudding (n) [politiek] {f} desordem (n) {f} [politiek]
opschudding (n) [onrust] {f} desordem (n) {f} [onrust]
opschudding (n) [algemeen] {f} desordem (n) {f} [algemeen]
opschudding (n) [politiek] {f} turbulência (n) {f} [politiek]
opschudding (n) [onrust] {f} turbulência (n) {f} [onrust]
opschudding (n) [opwinding] {f} sensação (n) {f} [opwinding]
opschudding (n) [politiek] {f} tumulto (n) {m} [politiek]
opschudding (n) [onrust] {f} tumulto (n) {m} [onrust]
opschudding (n) [algemeen] {f} tumulto (n) {m} [algemeen]
opschudding (n) [politiek] {f} fermentação (n) {f} [politiek]
opschudding (n) [onrust] {f} fermentação (n) {f} [onrust]
opschudding (n) [algemeen] {f} fermentação (n) {f} [algemeen]
opschudding (n) [politiek] {f} comoção (n) {f} [politiek]
opschudding (n) [onrust] {f} comoção (n) {f} [onrust]
opschudding (n) [algemeen] {f} comoção (n) {f} [algemeen]
opschudding (n) [politiek] {f} agitação (n) {f} [politiek]
opschudding (n) [onrust] {f} agitação (n) {f} [onrust]
opschudding (n) [algemeen] {f} agitação (n) {f} [algemeen]
opschudding (n) [onrust] {f} confusão (n) {f} [onrust]
opschudding (n) [algemeen] {f} confusão (n) {f} [algemeen]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de opschudding PT Traduções
ruzie [kabaal] f fight
rel [kabaal] tumult
gerucht [drukte] n rumor
ophef [drukte] m noise
rumoer [drukte] noise
drukte [rumoer] f throng
herrie [tumult] m ado
lawaai [tumult] n din
commotie [beroering] ruckus
consternatie [beroering] consternation
ontsteltenis [beroering] f consternation
tumult [beroering] n hullabaloo
beroering [commotie] f ruckus
opwinding [commotie] f flutter in the dovecote (phrase)
kabaal [rel] n discord
deining [beweging] f surge
onrust [beweging] m dysphoria