Obteve 9 resultados para o termo de pesquisa retorisch spreken
NL Holandês PT Português
retorisch spreken (v) [toespraak] fazer (v) [toespraak]
retorisch spreken (v) [toespraak] declamar (v) [toespraak]
retorisch spreken (v) [toespraak] fazer discurso (v) [toespraak]
retorisch spreken (v) [toespraak] discursar (v) [toespraak]
retorisch spreken (v) [toespraak] orar (v) [toespraak]
NL Holandês PT Português
retorisch spreken (v) [toespraak] falar (v) [toespraak]
retorisch spreken (v) [toespraak] pronunciar-se (v) [toespraak]
retorisch spreken (v) [toespraak] fazer um discurso (v) [toespraak]
retorisch spreken (v) [toespraak] fazer um pronunciamento (v) [toespraak]

NL PT Traduções para retorisch

retorisch (a) [algemeen] oratório (a) {m} [algemeen]
retorisch (adj) [part of or similar to rhetoric] retórico (adj) [part of or similar to rhetoric]
retorisch (adj) [relating to, or used in debate or argument] retórico (adj) [relating to, or used in debate or argument]
retorisch (a) [vraag] retórico (a) [vraag]

NL PT Traduções para spreken

spreken (n) [aktie] {n} discurso (n) {m} [aktie]
spreken (v) [woorden] {n} articular (v) [woorden]
spreken (v) [woorden] {n} pronunciar (v) [woorden]
spreken (v) [toespraak] {n} declamar (v) [toespraak]
spreken (v) [toespraak] {n} fazer discurso (v) [toespraak]
spreken (v) [toespraak] {n} discursar (v) [toespraak]
spreken (v) [toespraak] {n} orar (v) [toespraak]
spreken (v) [een gesprek voeren] {n} falar (v) [een gesprek voeren]
spreken (v) [taal] {n} falar (v) [taal]
spreken (v n) [to be able to communicate in a language] {n} falar (v n) [to be able to communicate in a language]