Obteve 18 resultados para o termo de pesquisa toen
NL Holandês PT Português
toen (o) [tijd] naqueles dias (o) [tijd]
toen (adv adj n) [at that time] naquela (adv adj n) [at that time] (adv adj n)
toen (adv adj n) [at that time] naquele (adv adj n) [at that time]
toen (o) [tijd] mais cedo (o) [tijd]
toen (o) [tijd] antes (o) [tijd]
NL Holandês PT Português
toen (o) [tijd] prévio (o) [tijd]
toen (o) [tijd] precedente (o) {m} [tijd]
toen (o) [tijd] anterior (o) [tijd]
toen (o) [tijd] ido (o) [tijd]
toen (o) [tijd] passado (o) {m} [tijd]
toen (o) [tijd] naquela época (o) [tijd]
toen (o) [tijd] naquele tempo (o) [tijd]
toen (o) [tijd] então (o) [tijd]
toen (adv adj n) [soon afterward] então (adv adj n) [soon afterward]
toen (adv adj n) [at that time] então (adv adj n) [at that time]
toen (adv adj n) [soon afterward] em seguida (adv adj n) [soon afterward]
toen (adv adj n) [soon afterward] depois (adv adj n) [soon afterward]
toen (adv conj pronoun n) [at a time in the past] quando (adv conj pronoun n) [at a time in the past]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de toen PT Traduções
toentertijd [indertijd] plus tôt
destijds [indertijd] plus tôt