Obteve 25 resultados para o termo de pesquisa trouw
NL Holandês PT Português
trouw (n) [loyaliteit] {m} lealdade (n) {f} [loyaliteit]
trouw (o) [algemeen] {m} fielmente (o) [algemeen]
trouw (a) [vriendschap] {m} leal (a) [vriendschap]
trouw (a) [toegewijd] {m} leal (a) [toegewijd]
trouw (n) [the state of being faithful] {m} fidelidade (n) {f} [the state of being faithful]
NL Holandês PT Português
trouw (n) [relatie] {m} fidelidade (n) {f} [relatie]
trouw (n) [loyalty to some cause, nation or ruler] {m} fidelidade (n) {f} [loyalty to some cause, nation or ruler]
trouw (n) [loyaliteit] {m} fidelidade (n) {f} [loyaliteit]
trouw (n) [fidelity to one's lord] {m} fidelidade (n) {f} [fidelity to one's lord]
trouw (n) [algemeen] {m} fidelidade (n) {f} [algemeen]
trouw (n) [the state of being faithful] {m} lealdade (n) {f} [the state of being faithful]
trouw (n) [relatie] {m} lealdade (n) {f} [relatie]
trouw (n) [loyalty to some cause, nation or ruler] {m} lealdade (n) {f} [loyalty to some cause, nation or ruler]
trouw (a) [toegewijd] {m} devoto (a) {m} [toegewijd]
trouw (n) [algemeen] {m} lealdade (n) {f} [algemeen]
trouw (a) [emotioneel gedrag] {m} esforçado (a) [emotioneel gedrag]
trouw (a) [emotioneel gedrag] {m} dedicado (a) [emotioneel gedrag]
trouw (a) [vriendschap] {m} fiel (a) [vriendschap]
trouw (a) [toegewijd] {m} fiel (a) [toegewijd]
trouw (a) [vriendschap] {m} verdadeiro (a) [vriendschap]
trouw (a) [toegewijd] {m} verdadeiro (a) [toegewijd]
trouw (adj adv n v) [Loyal, faithful] {m} verdadeiro (adj adv n v) [Loyal, faithful]
trouw (adj v) [loyal, trustworthy, reliable, outstanding] {m} confiável (adj v) [loyal, trustworthy, reliable, outstanding]
trouw (a) [emotioneel gedrag] {m} perseverante (a) [emotioneel gedrag]
trouw (a) [vriendschap] {m} devoto (a) {m} [vriendschap]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de trouw PT Traduções
oprecht [eerlijk] 善意の (adj)
loyaliteit [rechtschapenheid] f 忠誠 (n)
toegewijd [trouwhartig] 勤勉 (adj)
nauwkeurig [getrouw] 精密な (adj)
standvastig [bestendig] 断固 (adj adv)
getrouwheid [getrouwheid] f 忠誠 (n)
toewijding [loyaliteit] f 精励 (n)
onveranderlijk [onveranderlijk] 一定の (adj n v)