Obteve 19 resultados para o termo de pesquisa verbijstering
NL Holandês PT Português
verbijstering (n) [geestestoestand] {f} aturdimento (n) {m} [geestestoestand]
verbijstering (n) [gevoelstoestand] {f} deslumbre (n) {m} [gevoelstoestand]
verbijstering (n) [a state of reduced consciousness or sensibility] {f} estupor (n) {m} [a state of reduced consciousness or sensibility]
verbijstering (n) [gevoelstoestand] {f} surpresa (n) {f} [gevoelstoestand]
verbijstering (n) [gevoelstoestand] {f} assombro (n) {m} [gevoelstoestand]
NL Holandês PT Português
verbijstering (n) [gevoelstoestand] {f} admiração (n) {f} [gevoelstoestand]
verbijstering (n) [ontzetting] {f} estupefação (n) {f} [ontzetting]
verbijstering (n) [gevoelstoestand] {f} estupefação (n) {f} [gevoelstoestand]
verbijstering (n) [geestestoestand] {f} estupefação (n) {f} [geestestoestand]
verbijstering (n) [ontzetting] {f} aturdimento (n) {m} [ontzetting]
verbijstering (n) [gevoelstoestand] {f} encanto (n) {m} [gevoelstoestand]
verbijstering (n) [ontzetting] {f} perplexidade (n) {f} [ontzetting]
verbijstering (n) [geestestoestand] {f} perplexidade (n) {f} [geestestoestand]
verbijstering (n) [ontzetting] {f} aflição (n) {f} [ontzetting]
verbijstering (n) [geestestoestand] {f} aflição (n) {f} [geestestoestand]
verbijstering (n) [ontzetting] {f} consternação (n) {f} [ontzetting]
verbijstering (n) [geestestoestand] {f} consternação (n) {f} [geestestoestand]
verbijstering (n) [ontzetting] {f} confusão (n) {f} [ontzetting]
verbijstering (n) [geestestoestand] {f} confusão (n) {f} [geestestoestand]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de verbijstering PT Traduções
schrik [ontzetting] m pavor {m}