Obteve 25 resultados para o termo de pesquisa voordeel
NL Holandês PT Português
voordeel (n) [superiority of state, or that which gives it] {n} benefício (n) {m} [superiority of state, or that which gives it]
voordeel (n) [sport - tennis] {n} mérito (n) {m} [sport - tennis]
voordeel (n) [profijt] {n} mérito (n) {m} [profijt]
voordeel (n) [algemeen] {n} mérito (n) {m} [algemeen]
voordeel (n) [sport - tennis] {n} virtude (n) {f} [sport - tennis]
NL Holandês PT Português
voordeel (n) [profijt] {n} virtude (n) {f} [profijt]
voordeel (n) [algemeen] {n} virtude (n) {f} [algemeen]
voordeel (n) [the score where one player wins a point after deuce] {n} vantagem (n) {f} [the score where one player wins a point after deuce]
voordeel (n) [superiority; mastery] {n} vantagem (n) {f} [superiority; mastery]
voordeel (n) [sport - tennis] {n} vantagem (n) {f} [sport - tennis]
voordeel (n) [profijt] {n} vantagem (n) {f} [profijt]
voordeel (n) [any condition, circumstance, opportunity, or means, particularly favorable to success] {n} vantagem (n) {f} [any condition, circumstance, opportunity, or means, particularly favorable to success]
voordeel (n) [algemeen] {n} vantagem (n) {f} [algemeen]
voordeel (n) [algemeen] {n} bem (n) {m} [algemeen]
voordeel (n) [sport - tennis] {n} benefício (n) {m} [sport - tennis]
voordeel (n) [profijt] {n} benefício (n) {m} [profijt]
voordeel (n) [algemeen] {n} benefício (n) {m} [algemeen]
voordeel (n v) [advantage, help or aid] {n} benefício (n v) {m} [advantage, help or aid]
voordeel (n) [sport - tennis] {n} lucro (n) {m} [sport - tennis]
voordeel (n) [profijt] {n} lucro (n) {m} [profijt]
voordeel (n) [algemeen] {n} lucro (n) {m} [algemeen]
voordeel (n adj) [A blessing or benefit] {n} bênção (n adj) {f} [A blessing or benefit]
voordeel (n) [sport - tennis] {n} ganho (n) {m} [sport - tennis]
voordeel (n) [profijt] {n} ganho (n) {m} [profijt]
voordeel (n) [algemeen] {n} ganho (n) {m} [algemeen]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de voordeel PT Traduções
pluspunt [plus] n plus
prae [pluspunt] privilege
pro [pluspunt] pros and cons
mazzel [geluk] m see you later
nut [baat] n benefit
heil [baat] n profit
baat [winst] profit
opbrengst [winst] f result
gewin [winst] profit