Obteve 22 resultados para o termo de pesquisa zenden
NL Holandês PT Português
zenden (v) [make something go somewhere] mandar (v) [make something go somewhere]
zenden (v) [richting] remeter (v) [richting]
zenden (v) [post] remeter (v) [post]
zenden (v) [algemeen] remeter (v) [algemeen]
zenden (v) [richting] despachar (v) [richting]
NL Holandês PT Português
zenden (v) [persoon] despachar (v) [persoon]
zenden (v) [make something go somewhere] despachar (v) [make something go somewhere]
zenden (v) [algemeen] despachar (v) [algemeen]
zenden (v) [richting] mandar (v) [richting]
zenden (v) [post] mandar (v) [post]
zenden (v) [persoon] mandar (v) [persoon]
zenden (v) [algemeen] expedir (v) [algemeen]
zenden (v) [algemeen] mandar (v) [algemeen]
zenden (v) [make something go somewhere] emitir (v) [make something go somewhere]
zenden (v) [richting] enviar (v) [richting]
zenden (v) [post] enviar (v) [post]
zenden (v) [persoon] enviar (v) [persoon]
zenden (v) [make something go somewhere] enviar (v) [make something go somewhere]
zenden (v) [algemeen] enviar (v) [algemeen]
zenden (v) [richting] expedir (v) [richting]
zenden (v) [post] expedir (v) [post]
zenden (v) [persoon] expedir (v) [persoon]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de zenden PT Traduções
richten [aanschrijven] n наце́ливать (n v init)
uitzenden [doorseinen] изверга́ть (v n)
sturen [sturen] отпра́вить (v)