Obteve um resultado para o termo de pesquisa zich te binnen brengen
Ir para
NL Holandês PT Português
zich te binnen brengen (v) [herinnering] lembrar (v) [herinnering]

NL PT Traduções para zich

zich (n v) [put on clothes] vestir (n v) [put on clothes]
zich (v) [to seize power] usurpar (v) [to seize power]
zich (v n) [make a firm decision] resolver (v n) [make a firm decision]
zich (v) [join conversation] intrometer-se (v) [join conversation]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] se (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] se (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] se (o) [wederkerend voornaamwoord]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] se (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] se (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] si mesmo (o) [wederkerend vnw. - enk.]

NL PT Traduções para te

te (o) [graad] demais (o) [graad]
te (adv) [more than enough; ''as too much''] demais (adv) [more than enough; ''as too much'']
te (o) [graad] demasiado (o) [graad]
te (particle prep adv) [infinitive-marker] -ar (particle prep adv) [infinitive-marker] (particle prep adv)

NL PT Traduções para binnen

binnen (o) [tijd] dentro de (o) [tijd]
binnen (o) [algemeen] em casa (o) {f} [algemeen]
binnen (o) [bijwoord] em casa (o) {f} [bijwoord]
binnen (o) [gebouw] em casa (o) {f} [gebouw]
binnen (o) [ligging] em casa (o) {f} [ligging]
binnen (o) [plaats] em casa (o) {f} [plaats]
binnen (o) [algemeen] dentro de casa (o) [algemeen]
binnen (o) [bijwoord] dentro de casa (o) [bijwoord]
binnen (o) [gebouw] dentro de casa (o) [gebouw]
binnen (o) [ligging] dentro de casa (o) [ligging]

NL PT Traduções para brengen

brengen (v) [halen] buscar (v) [halen]
brengen (v) [halen] apanhar (v) [halen]
brengen (v) [halen] trazer (v) [halen]
brengen (v) [persoon] trazer (v) [persoon]
brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere] trazer (v) [to transport toward somebody/somewhere]
brengen (v) [voldoening] trazer (v) [voldoening]
brengen (v) [voorwerpen] trazer (v) [voorwerpen]
brengen (v) [voldoening] proporcionar (v) [voldoening]
brengen (v) [persoon] portar (v) [persoon]
brengen (v) [voorwerpen] portar (v) [voorwerpen]