Obteve 7 resultados para o termo de pesquisa ziek maken
NL Holandês PT Português
ziek maken (v) [afschuw] enojar (v) [afschuw]
ziek maken (v) [afschuw] deixar doente (v) [afschuw]
ziek maken (v) [afschuw] nausear (v) [afschuw]
ziek maken (v) [afschuw] dar náuseas (v) [afschuw]
ziek maken (v) [afschuw] revirar o estômago de (v) [afschuw]
NL Holandês PT Português
ziek maken (v) [maag] indispor (v) [maag]
ziek maken (v) [maag] embrulhar (v) [maag]

NL PT Traduções para ziek

ziek (a) [geneeskunde] indisposto (a) [geneeskunde]
ziek (a) [geneeskunde] doente (a) {m} [geneeskunde]
ziek (a) [hart] doente (a) {m} [hart]
ziek (a) [hart] sem saúde (a) [hart]
ziek (a) [geneeskunde] adoentado (a) [geneeskunde]
ziek (a) [geneeskunde] enfermo (a) {m} [geneeskunde]

NL PT Traduções para maken

maken (v n) [cause to become] deixar (v n) [cause to become]
maken (v) [aktie] tomar (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] tomar (v) [algemeen]
maken (v) [winst] tomar (v) [winst]
maken (v) [aktie] fazer (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] fazer (v) [algemeen]
maken (v) [winst] fazer (v) [winst]
maken (v) [aktie] alcançar (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] alcançar (v) [algemeen]
maken (v) [winst] alcançar (v) [winst]