Obteve 14 resultados para o termo de pesquisa zij
NL Holandês PT Português
zij (n) [algemeen] {m} lado (n) {m} [algemeen]
zij (n) [anatomie] {m} lado (n) {m} [anatomie]
zij (o) [algemeen] {m} ela (o) [algemeen]
zij (pronoun n) [person] {m} ela (pronoun n) [person]
zij (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] {m} ela (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
NL Holandês PT Português
zij (n) [algemeen] {m} flanco (n) {m} [algemeen]
zij (n) [anatomie] {m} flanco (n) {m} [anatomie]
zij (o) [algemeen] {m} elas (o) [algemeen]
zij (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] {m} elas (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
zij (pronoun determiner) [third-person plural pronoun] {m} elas (pronoun determiner) [third-person plural pronoun]
zij (o) [algemeen] {m} eles (o) [algemeen]
zij (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] {m} eles (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
zij (pronoun determiner) [third-person plural pronoun] {m} eles (pronoun determiner) [third-person plural pronoun]
zij (n) [textiel] {m} seda (n) {f} [textiel]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de zij PT Traduções
zijde [zijde] m lap
vrouw [meisje] f feleség