Obteve um resultado para o termo de pesquisa een geldstraf opleggen
Ir para
NL Holandês PT Português
een geldstraf opleggen (v) [straf] multar (v) [straf]

NL PT Traduções para een

een (v) [to fart] {m} soltar (v) [to fart]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} tomar (n v) [to bathe using a shower]
een (a) [algemeen] {m} um certo (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} um certo (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} um certo (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (a) [algemeen] {m} uma certa (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} uma certa (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} uma certa (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (a) [algemeen] {m} um tal de (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} um tal de (a) [hoofdtelwoord]

NL PT Traduções para geldstraf

geldstraf (n) [straf] {m} multa (n) {f} [straf]

NL PT Traduções para opleggen

opleggen (v) [aanbrengen] {n} aplicar (v) [aanbrengen]
opleggen (v) [aanbrengen] {n} ministrar (v) [aanbrengen]
opleggen (v) [aanbrengen] {n} espalhar sobre (v) [aanbrengen]
opleggen (v) [aanbrengen] {n} colocar sobre (v) [aanbrengen]
opleggen (v) [belastingen] {n} impor (v) [belastingen]
opleggen (v) [belastingen heffen] {n} impor (v) [belastingen heffen]
opleggen (v) [bevelen] {n} impor (v) [bevelen]
opleggen (v) [regel] {n} impor (v) [regel]
opleggen (v) [straf] {n} impor (v) [straf]
opleggen (v) [dwingen] {n} forçar (v) [dwingen]