Obteve 13 resultados para o termo de pesquisa stoot
NL Holandês PT Português
stoot (n) [beweging] {m} empurrão (n) {m} [beweging]
stoot (n) [schudden] {m} empurrão (n) {m} [schudden]
stoot (n) [young woman] {m} garota (n) {f} [young woman]
stoot (n) [gevecht] {m} soco (n) {m} [gevecht]
stoot (n) [gevecht] {m} murro (n) {m} [gevecht]
NL Holandês PT Português
stoot (n) [gevecht] {m} golpe (n) {f} [gevecht]
stoot (n) [gevecht] {m} pancada (n) {f} [gevecht]
stoot (n) [beweging] {m} tranco (n) {m} [beweging]
stoot (n) [schudden] {m} tranco (n) {m} [schudden]
stoot (n) [beweging] {m} solavanco (n) {m} [beweging]
stoot (n) [schudden] {m} solavanco (n) {m} [schudden]
stoot (n) [young woman] {m} franguinha (n) [young woman] (n)
stoot (n v) [slang: sexually attractive person] {m} gostosa (n v) [slang: sexually attractive person] (n v)

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de stoot PT Traduções
trek [haal] m traço {m}
ruk [haal] m sacalão (n v)
bons [beving] m quique
trilling [beving] f arrepio {m}
schok [beving] m solavanco {m}
opdoffer [stomp] m sopapo {m}
por [stomp] m cotovelada {f}
peuk [stomp] m guimba {f}
stomp [duw] m cego {m}
duw [opstopper] m cotovelada {f}
klap [opstopper] m pancada {f}
oorveeg [opstopper] m telefone {m}
schop [trap] m {f}
hengst [trap] m garanhão {m}
hoeveelheid [brok] f quantia {f}
portie [brok] f porção {m}
stuk [brok] n corte {m}
dosis [brok] f dose {f}
zet [douw] m (n)
trap [hengst] m abetarda {f}