Obteve 18 resultados para o termo de pesquisa voorspellen
NL Holandês PT Português
voorspellen (v) [toekomst] {n} profetizar (v) [toekomst]
voorspellen (n) [toekomst] {n} leitura da sorte (n) {f} [toekomst]
voorspellen (n) [toekomst] {n} previsão do futuro (n) {f} [toekomst]
voorspellen (v) [waarschuwing] {n} prognosticar (v) [waarschuwing]
voorspellen (v) [toekomst] {n} prognosticar (v) [toekomst]
NL Holandês PT Português
voorspellen (v) [toekomst] {n} predizer (v) [toekomst]
voorspellen (n) [toekomst] {n} profecia (n) {f} [toekomst]
voorspellen (n) [toekomst] {n} adivinhação (n) {f} [toekomst]
voorspellen (v) [waarschuwing] {n} profetizar (v) [waarschuwing]
voorspellen (v) [omen] {n} indicar (v) [omen]
voorspellen (v) [omen] {n} prometer (v) [omen]
voorspellen (v) [omen] {n} significar (v) [omen]
voorspellen (v) [toekomst] {n} prever (v) [toekomst]
voorspellen (v n) [estimate future conditions] {n} prever (v n) [estimate future conditions]
voorspellen (v) [waarschuwing] {n} agourar (v) [waarschuwing]
voorspellen (v) [toekomst] {n} agourar (v) [toekomst]
voorspellen (v) [waarschuwing] {n} pressagiar (v) [waarschuwing]
voorspellen (v) [toekomst] {n} pressagiar (v) [toekomst]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de voorspellen PT Traduções
inhouden [beduiden] побирам (v)
waarzeggen [profeteren] n предсказвам (v)
voorzien [verwachten] n предугаждам (v)
weten [bevroeden] зная (znája)
beduiden [inhouden] предвещавам (v n)