Obteve 19 resultados para o termo de pesquisa voorzien
NL Holandês PT Português
voorzien (n) [aktie] {n} implantação (n) {f} [aktie]
voorzien (v) [verwachten] {n} prognosticar (v) [verwachten]
voorzien (v) [toekomst] {n} prognosticar (v) [toekomst]
voorzien (v) [to anticipate] {n} prognosticar (v) [to anticipate]
voorzien (v) [rechten] {n} estipular (v) [rechten]
NL Holandês PT Português
voorzien (v) [plan] {n} estipular (v) [plan]
voorzien (v) [rechten] {n} estabelecer (v) [rechten]
voorzien (v) [plan] {n} estabelecer (v) [plan]
voorzien (v) [furnish] {n} suplementar (v) [furnish]
voorzien (n) [aktie] {n} criação (n) {f} [aktie]
voorzien (v) [toekomst] {n} esperar (v) [toekomst]
voorzien (v) [verwachten] {n} prever (v) [verwachten]
voorzien (v) [toekomst] {n} prever (v) [toekomst]
voorzien (v) [to anticipate] {n} prever (v) [to anticipate]
voorzien (v) [rechten] {n} prever (v) [rechten]
voorzien (v) [plan] {n} prever (v) [plan]
voorzien (v) [verwachten] {n} antecipar (v) [verwachten]
voorzien (v) [toekomst] {n} antecipar (v) [toekomst]
voorzien (v) [verwachten] {n} esperar (v) [verwachten]

Traduções de Holandês Português

NL Sinónimos de voorzien PT Traduções
uitrusten [toerusten] equipar
verwachten [voorspellen] prever
voorspellen [verwachten] n prever
vermoeden [bevroeden] n achar
weten [bevroeden] conhecer
verstrekken [verschaffen] prestar
toerusten [equiperen] prover
voldoen [tegemoetkomen] pagar
bevredigen [tegemoetkomen] satisfazer